Binnenwereld en buitenwereld
De buitenwereld is constant, en hetzelfde voor ons allemaal. Het is de wereld die beheerst wordt door universele natuurwetten, het is de wereld die door wetenschappers zo goed mogelijk beschreven wordt. Het is de wereld waarin een tafel kan staan die wij beiden voelen en zien.
De binnenwereld is ons geheel van gedachten, gewoontes en interpretaties. Het is de wereld waarin we onze innerlijke stem horen, de wereld die voor ons gevoel achter onze ogen, en tussen onze oren zit. Het is de wereld die door kunstenaars zo goed mogelijk beschreven wordt. Het is de wereld waarin een tafel staat die voor de een mooi, voor de ander lelijk kan zijn.
Ons bewustzijn is de interface hiertussen. Niet direct, want eigenlijk zijn onze zintuigen de echte interface, en ons bewustzijn komt pas in beeld nadat de zintuiglijke informatie is verwerkt. Maar we ervaren het wel zo. En met goede reden; de heersende biologische verklaring voor het ontstaan van bewustzijn is als een bijverschijnsel van het feit dat we ons gedrag moesten gaan ‘cureren’ voor we het uitvoeren. Want voorspelbaar gedrag maakt een organisme kwetsbaar.
Wetenschappers en kunstenaars gebruiken vergelijkbare methoden en even zoveel nieuwsgierigheid om de buiten- en binnenwereld te beschrijven. Maar die tegenstelling tussen buiten- en binnenwereld is niet zwart-wit. Immers: onze binnenwereld is een onderdeel van de buitenwereld waar wij als organismen in leven, en wij moeten aan dezelfde natuurwetten voldoen. En net zo goed is de buitenwereld onderhevig aan onze zintuigen en interpretatie voor we hem kunnen ervaren. De buitenwereld bestaat voor een individu alleen in zijn of haar binnenwereld.
Een kunstenaar presenteert zijn persoonlijke versie van de buitenwereld, door uit te gaan van zijn binnenwereld. Daardoor ontstaat een gekleurde presentatie die anderen kan inspireren: zo kun je de buitenwereld dus ook zien. Dit zijn de vragen die je kunt stellen, de antwoorden die je kunt vinden.
Een wetenschapper doet het tegenovergestelde. Een wetenschapper probeert de buitenwereld te doorgronden, en daarbij haar binnenwereld juist totaal buitenspel te zetten. Interpretatie, die kleuring die wij allemaal aan de wereld geven, is de vijand van de wetenschap. De mechanismen van de wetenschap proberen dat eruit te filteren zodat we een zo goed mogelijk beeld krijgen van de buitenwereld. En ook dat is inspirerend: zo zit het dus echt.
Dit is denk ik waarom wetenschappers zo nauwkeurig met taal zijn; er is een strikt format om dingen in te vangen. Terwijl een kunstenaar op zoek kan naar een bepaalde (beeld)taal om iets in te vangen – liefst zo vrij mogelijk.
De wetenschapper creëert een wereldbeeld waarop we – letterlijk – kunnen bouwen, omdat we weten hoe materialen en objecten zich zullen gedragen. De kunstenaar creëert vervolgens een wereldbeeld dat laat zien hoe gebouwen er allemaal uit kunnen zien. De feitenwereld, de waardenwereld.
Ik zou niet zonder een van beide kunnen.
Ik ben er even niet laat m.i. heel mooi zien hoe die scheiding ervaren wordt, maar ook dat het een valse scheiding is. En mijn ayahuasca ervaring deed dat ook; het toonde mij waar mijn binnenwereld toe in staat was zonder enige input van buiten. Ik geef geen betekenis aan wat ik zag tijdens de trip, wel aan dát ik het zag. Voor mij werd het belangrijk om onderscheid te kunnen maken tussen wat buitenwereld was, en wat mijn binnenwereld. Als wetenschapscommunicator ben ik een gatekeeper voor informatie die over de buitenwereld zou moeten gaan. Ik moet me dus realiseren wanneer ik het een of het ander bespreek of ervaar. En volgens mij is dat voor absence epilepsie ook een relevante vraag.
Stephan van Duin.
THE ONLINE SCIENTIST
SCIENCE COMMUNICATION www.theonlinescientist.com | 06 24592770 |